‘Voldoende zoet water in de stad over twintig jaar? dan moet je daar nu in investeren’
‘We zijn klaar om op te schalen,’ zegt Wilrik Kok, CCO van Field Factors. Hij en Karina Peña (CEO) startten dit bedrijf zo’n drie jaar geleden. Bluebloqs is de naam van hun innovatie: een rainwater management solution – kort gezegd – voor de bebouwde omgeving. ‘We waren tien jaar geleden een bouwkundige en een industrieel ontwerper zonder waterkennis,’ lacht Wilrik. Inmiddels hebben ze zich die kennis ruimschoots eigen gemaakt en vormden ze een team om zich heen. Ze kwamen als één van de eersten hun innovatie in de WaterStraat testen. Nu, twee jaar later, zijn ze moved on: de eerste testfase op The Green Village is voorbij. Na vorig jaar al een full-scale pilot te hebben gerealiseerd is het nu echt tijd voor de praktijk. ‘We zijn inmiddels volledig gefocust op het ondergronds opslaan van water.’
‘We willen mensen bewust maken van de waarde van water; zoet water is de belangrijkste grondstof op aarde. Dus als het regent wil je dat niet afvoeren via het riool, maar hergebruiken op de plek waar het is gevallen’, aldus Wilrik. In het buitengebied regelt de natuur dat, in de stedelijke omgeving moeten we dat hergebruik van water organiseren. Bluebloqs is daarvoor een technologie, geïnspireerd op de natuur.
Alternatief voor drinkwater
Overigens zet deze innovatie niet in op drinkwater, in de zin van het water dat we gebruiken voor consumptie; dat is slecht 5 tot 10 % en gaat over drinken, koken, of persoonlijke hygiëne; wanneer het water in contact komt met je mond. Bluebloqs is een mooi alternatief voor situaties waarin wel schoon, maar geen drinkwater gebruikt hoeft te worden.
Vasthouden, zuiveren…
Bluebloqs is veel meer dan alleen het vasthouden van water. Dat is wel stap één, maar vervolgens wordt het gezuiverd en opgeslagen in een zandlaag in de diepe ondergrond. Dat zuiveren gebeurt in twee fasen en op natuurlijke wijze. Eerst wordt regenwater opgevangen en verzameld in een regentuin waar het grof wordt voorgezuiverd van grote deeltjes als bladeren, zand en slib. Daarna komt het terecht in de Biofilter – stap 2: het kernonderdeel van Bluebloqs –. Daar wordt het ontdaan van metalen en ziekteverwekkers door onder andere zandfiltratie en biologische afbraak. Hier bereikt het water de juiste kwaliteit, zodat het geïnfiltreerd mag worden in de ondergrond.
‘Je wilt regenwater nuttig hergebruiken op de plek waar het gevallen is’
…opslaan…
In stap drie wordt het water met een infiltratieput naar een zandlaag gebracht op vijftien tot dertig meter diepte en daar opgeslagen. Wilrik: ’Dat werkt hetzelfde als je rietje vol met water in een glas water zet, je duim erop houdt en dan weer loslaat, dan loopt het water er vanzelf uit.’ Het water infiltreert in het zand en vormt daar een soort waterbel. In de verblijftijd wordt het bovendien nog een derde keer gezuiverd. Het water blijft in de diepte in afwachting van hergebruik.
…en gebruiken
Wanneer het naar boven wordt gehaald, wordt het gebruikt voor niet-drinkbare doeleinden, zoals de irrigatie van groen, verkoelend speelwater, of industriële schoonmaak. Maar ook als het opgeslagen water ondergronds blijft bewijst het zijn nut: je kan er het grondwater mee op peil houden. Dit was ook de specifieke case in Pijnacker-Nootdorp, dat deels gebouwd is op veen. Field Factors werkt daar momenteel aan de implementatie van Bluebloqs om verzakkingen te vertragen.
Nieuwe normering nodig
‘Om water te mogen infiltreren moet het aan de kwaliteitseisen van een waterschap voldoen,’ vertelt Wilrik. ‘Deze kwaliteitseisen, opgesteld in het Infiltratiebesluit bodembescherming zijn zeker noodzakelijk, maar passen niet bij de schaal en de dynamiek van diepinfiltratie in de stad. We worden vaak vergeleken met drinkwater, maar dat zijn we niet. Wel zijn we veel schoner dan zwemwater; zo’n plas waar ‘s zomers in gezwommen wordt is viezer. Er moet dus eigenlijk een derde norm komen waaraan dit soort water voor openbaar hergebruik moet voldoen. Met de NEN zijn we daarover in gesprek.’
Wat aan The Green Village gehad?
‘We waren een van de eersten op het terrein. Dat is nu zo’n twee jaar geleden. We begonnen met een idee en een droom die we wilden ontwikkelen. We wilden ondernemen en iets neerzetten,’ vertelt Wilrik. ‘Het verhaal ontwikkelt zich terwijl je dóet. Het scherpt zich aan: Wat is het dat we doen? Welke organisatie heb je nodig? Op The Green Village konden we dat laten zien, en zijn we van nul tot iets gekomen, met een team van zeven.’ De eerste tijd hebben ze het ontwerp en de mechanische aspecten getest en daarna hebben ze zich op de waterkwaliteit gericht. ‘Ik heb veel goede gesprekken gehad met de verschillende projectmanagers. We hebben veel lessen geleerd en vastgelegd in een eigen monitoringsprotocol.’ Ook zijn ze onder andere binnen het WaterStraat netwerk in contact gekomen met relevante stakeholders binnen gemeenten en relevante commerciële bedrijven. Met hun launching customer gemeente Rotterdam hadden ze al contact.
‘Op The Green Village zijn we in twee jaar van idee tot product gekomen’
Pilot bij het Sparta Stadion
In de Rotterdamse wijk Spangen staat naast het Sparta Stadion tegenwoordig een grote ‘vijver’ met mooie waterplanten. ‘Watermunt ruikt heel lekker, daar kunnen de omwonenden niet tegen zijn,’ zegt Wilrik. Een gewaardeerde vergroening voor deze buurt. Het zichtbare deel is de Bluebloqs Biofilter. Field Factors legde deze aan in opdracht van Gemeente Rotterdam, het Hoogheemraadschap Delfland en EVIDES Water Utility. Het project wordt ondersteund door het TKI Urban Waterbuffer onderzoeksproject. Het opgeslagen water (circa 21.000 m3 per jaar) wordt gebruik voor het irrigeren van het voetbalveld. Ook is er een waterelement waar kinderen spelen en verkoeling vinden. Dit project wordt nog pilot genoemd omdat er ook onderzoek wordt gedaan, maar qua effect is het de pilot-fase voorbij.
De juiste mix
‘We merken dat het nadenken over het managen van het regen- en grondwater in de openbare ruimte nog onbekend terrein is. De processen met gemeenten lopen vrij traag. Toch is het vraagstuk zo urgent dat als je er nu niet aan werkt en investeert, je over twintig jaar niet voldoende zoet water hebt in de stedelijke omgeving. Het watervraagstuk gaat over climate resilience en is onderdeel van de hele transitie. Wat betreft energie is die jaren geleden ingezet met de mogelijkheid van zonnepanelen. De vraag is: Wat is op lokaal niveau de juiste mix? Over een paar jaar wordt die vraag ook gesteld voor water.‘
En nu?
Ten tijde van het schrijven van dit artikel is Bluebloqs in de race voor de Green Challenge van de Postcode Loterij; de winnaar ontvangt €500.000,-. Als ze die winnen kunnen ze weer een organisatorische slag maken. ‘We hebben interesse om op The Green Village een vervolgonderzoek te doen over hitte mitigatie (matiging) in stedelijk gebied.’ Dat is een logische follow up van het onderzoek in de WaterStraat; Hoe kan je met het opgeslagen water de stad verkoelen? Een vraag waarop Bluebloqs op zich al antwoorden biedt. Wilrik is vol vertrouwen en voelt dat Field Factors klaar is om op te schalen. ‘We kunnen tien à twintig projecten per jaar aan. We zijn klaar voor wat de moved on fase ons gaat brengen.’
Wil je meer weten over Bluebloqs?
Neem contact op met Willy Spanjer, projectmanager van The Green Village.
Of kijk op www.fieldfactors.com