Het is de zomer van 2020 wanneer Sanura met hun Flatmate de DreamHûs Challenge overwinning binnensleept. Deze wedstrijd – georganiseerd door WoonFriesland, Bouwgroep Dijkstra Draisma, de Bewonersraad Friesland en The Green Village – heeft als doel een innovatie te vinden die jaren 70 woningen op een betaalbare manier verduurzaamt. Met deze overwinning mag Sanura een jaar lang hun plug & play warmtewisselaar Flatmate in de douche van de DreamHûs bewoners testen om zo hun innovatie weer een stap verder te helpen.

Inmiddels zit hun testjaar erop en is het alweer tijd om afscheid te nemen. Maar voor het zover is, ontmoeten Tomas Schietecat (samen met Bart Bergmans, de oprichter) en ik elkaar online voor een kop koffie om terug te blikken op dit grote avontuur en te kijken naar wat de nabije toekomst hen zal brengen.

Testen in de echte wereld
De Flatmate is een innovatieve douchewarmtewisselaar die eenvoudig kan worden aangesloten op een standaard douchekraan. De plaat zet je bovenop de bestaande douchevloer in de badkamer. De warmte uit het gebruikte douchewater wordt ingezet om het koude water voor te verwarmen. Zo wordt tot 40% energie bespaard onder de douche, zonder in te leveren op comfort.

“Begin 2020 hadden Bart en ik de Flatmate technisch werkend en was het tijd voor de volgende stap, het testen in een echte omgeving. Bij elke challenge en prijsvraag die wij voorbij zagen komen, dachten we zou dit iets voor ons kunnen zijn? En toen zag Bart opeens de DreamHûs Challenge voorbij komen. Dat leek ons wel wat en we besloten mee te doen. Het voordeel van testen in een proeftuin is dat het product nog niet helemaal perfect hoeft te zijn. Je bent er om te leren en om het product verder te verbeteren”, vertelt Tomas.

“Het is grappig, ik heb aan de TU Delft gestudeerd en ja, ik had wel van The Green Village gehoord, maar voor de challenge had ik eigenlijk geen idee van wat er allemaal op dat terrein gebeurt. Ik herinner me nog dat ik voor de pitchtraining van DreamHûs naar The Green Village kwam, ik keek mijn ogen uit!”, vervolgt hij met een lach op zijn gezicht.

Om hun innovatie verder te kunnen ontwikkelen, hadden de heren twee verschillende soorten informatie uit de praktijk nodig. Een daarvan was het rendement van de Flatmate. Vooraf hadden zij uitgebreid doorgerekend en getest, en kwamen ze op een rendement van zo’n 40%, maar kwam de theorie wel overeen met de praktijk? Om daarachter te komen, was testdata over een langere periode nodig. Deze hebben zij verzameld door in het bewoonde DreamHûs te testen, via de sensoren die zij in het huis plaatsten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Op zoek naar een tweede pilot
Al snel bleek dat er een tweede testlocatie nodig was, zodat ze naast het rendement ook de cruciale informatie over gebruikerservaring konden verzamelen. Hoe ervaart de gebruiker een plaat in de douche? Voelt die prettig aan, wat vinden ze van het uiterlijk, is het schoonhouden gemakkelijk?

“Design-aanpassingen kun je natuurlijk niet baseren op de mening van één gebruiker, daar heb je meerdere meningen en gebruikerservaringen voor nodig. Daarom moest er naast onze DreamHûs-pilot nog een extra pilot-locatie komen met veel meer woningen. Bart en ik dachten aan een woningcorporatie als tweede testlocatie, maar daarvoor was geld nodig”, legt hij uit. Bart en Tomas hebben een subsidieaanvraag gedaan die werd gehonoreerd. Met behulp van deze Dei+ subsidie – een subsidie van het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – werd het mogelijk om deze twee pilots tegelijkertijd te laten lopen.

Productontwikkeling
De combinatie van beide pilots leverde hen veel nuttige informatie op. Met behulp van de sensoren en het dataplatform van The Green Village kregen ze inzicht in het rendement van hun Flatmate. Dat bleek inderdaad rond de 40% te liggen. De daadwerkelijke energiebesparing lag in deze test iets lager, gemiddeld rond de 32%. Dit werd onder andere veroorzaakt doordat het water afkoelt tussen de douchekop en de Flatmate. Met behulp van de gebruikerservaring hebben zij een aantal aanpassingen in hun design gemaakt en op verzoek een luxere versie gecreëerd. Zo is de zwarte slang vervangen door een slang die past bij het leidingwerk die je in badkamers ziet. Daarnaast is de afsluitklep bovenop iets aangepast, zodat het nog beter vastzit wanneer men de Flatmate op z’n kant zet.

Je doet het niet alleen
Wie een project op The Green Village start, krijgt een projectmanager toegewezen die vooraf en tijdens het proces meekijkt en waarbij je terecht kunt met facilitaire vragen. In het geval van Sanura was dit Willy Spanjer, daarnaast dacht ook het DreamHûs consortium met hen mee.

“Vooraf had ik me geen voorstelling kunnen maken van wat Willy en het consortium voor ons konden betekenen. Maar daar kwamen we al snel achter. Er is vanuit WoonFriesland en Bouwgroep Dijkstra Draisma veel interesse in onze oplossing, omdat het een van de meest eenvoudige systemen is die hier kan worden getest. Rudo de Bert (WoonFriesland) en Folkert Linnemans (Bouwgroep Dijkstra Draisma) hadden aanvankelijk veel vragen over het gebruik en de werking van de Flatmate. Door de test in het DreamHûs hebben we die vragen kunnen beantwoorden en kijken we uit naar een mogelijk vervolg.”

“Jehan was ons aanspreekpunt vanuit de DreamHûs PR Groep, er werd snel gereageerd en echt aan ons gedacht. Via deze PR Groep werden wij in contact gebracht met partijen die relevant voor ons waren of kwamen wij in de belangstelling. We kwamen in Klusvisie, werden in contact gebracht met de Cobouw en werden door Willy gekoppeld aan studentenhuisvester DUWO. Daarnaast organiseerde The Green Village ook de Altera Duurzaamheids Challenge, waardoor Altera Vastgoed nu twintig Flatmates afneemt die ze in woningen van huurders gaan neerzetten. Tien in Haarlem en tien in Hoofddorp. Deze gaan ze een jaar lang monitoren en hopelijk nemen ze over een jaar nog meer af. Deze contacten zijn zeer waardevol voor ons.”

Leren door te doen
“Vooraf ben je heel erg op de doorontwikkeling van het product gefocust en dan leer je opeens hele andere belangrijke dingen. Bijvoorbeeld het pitchen van het product. Daarbij is het juist belangrijk dat je níet op de techniek focust, maar op de waarde voor de eindgebruiker. Inmiddels zit die pitch er behoorlijk goed in. Het aangaan van nieuwe contacten en het binnenhalen van projecten vond ik in het begin nog ongemakkelijk, maar ook daar word ik steeds beter in. Ook in het nee zeggen trouwens. Ik ben nog steeds erg enthousiast, alleen zeg ik niet overal meer ja tegen.”

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet alles ging vlekkeloos. Zo zijn ze veel tijd kwijt geweest aan het vinden van de juiste sensoren en het uitlezen ervan. “We hebben nog even met de jongens van DeWarmte gesproken over de sensoren die zij gebruiken. Misschien kunnen de verschillende innovators hun lijst met sensoren en de plussen en minnen doorgeven aan de projectmedewerker energie & data van The Green Village. Op die manier kun je die informatie delen en scheelt het een nieuwe partij uitzoekwerk,” geeft Tomas als tip mee.

Hink, stap, sprong
Nu de pilots geslaagd zijn, is het tijd voor de volgende stap. Ze moeten projecten gaan binnenhalen, zodat ze kunnen opschalen. En daar ligt nog voldoende uitdaging voor de van huis uit techneuten. “Hoe we al die projecten gaan binnen slepen? Tja, dat is een flinke klus. We gaan bijvoorbeeld naar beurzen, houden veel productpresentaties en gaan binnenkort starten met een kwartaalnieuwsbrief. Voor ons zijn verkoop en marketing nieuwe terreinen en dus is het nog zoeken naar wat wél en niet werkt. Gelukkig kunnen we inmiddels rekenen op een sterk netwerk van samenwerkingspartners, waaronder WoonFriesland, Bouwgroep Dijkstra Draisma en The Green Village.”

En dan zegt Tomas zelfverzekerd en met een mysterieuze blik in de ogen “Stel he? We zouden een nieuwe duurzame innovatie hebben die perfect past binnen jullie thema’s. Zouden we dan weer welkom zijn om op The Green Village te testen?”

Ik glimlach, knik bevestigend en antwoord: “Wees welkom, je weet ons te vinden.” En dan neem ik afscheid van een andere Tomas. Inderdaad een testjaar kan veel verschil maken – en dat geldt niet alleen voor productinnovatie.

Door Jehan Daal