Recoy

Batterijoptimalisatie ter verlenging van levensduur

  • energiesysteem

Batterijen zijn steeds vaker te vinden in woningen. Bijvoorbeeld een thuisbatterij, waarin we eigen opgewekte zonne-energie opslaan om zelf te kunnen gebruiken. Maar we weten nog weinig over de impact van het gebruik van batterijen op de levensduur ervan. Als een batterij langer meegaat, vermindert dat de impact op het milieu.

Recoy heeft in samenwerking met VITO (Vlaams onderzoek instituut) een algoritme ontwikkeld dat de levensduur, rendabiliteit en inzetbaarheid van Lithium-ion batterijen verbetert.

Het maatschappelijk probleem
We wekken steeds meer elektriciteit op via duurzame bronnen, zoals zon en wind. Daardoor neemt de behoefte aan batterijen toe om aan de benodigde flexibiliteit te kunnen voldoen. Door de rentabiliteit van batterijen te verbeteren, kunnen we de totale kosten van elektriciteitsvoorziening verlagen. Een van de opties hiervoor is verlenging van de levensduur.

De innovatieve oplossing
Recoy richt zich op software om de inzet van stationaire batterijen te optimaliseren vanuit een opbrengsten-oogpunt. Een belangrijk onderdeel hiervan is de afweging tussen opbrengst en kosten van gebruik. VITO heeft veel expertise op het gebied van levensduurverlenging van batterijen middels gerichte inzet. Dit inzicht is verwerkt in de Recoy-algoritmiek om daarmee de financiële opbrengsten nog verder te verbeteren.

Op The Green Village onderzoekt en valideert Recoy samen met VITO een in het lab ontwikkeld algoritme. In DreamHûs testen zij het effect op de levensduur van de batterij door een Lithium-ion thuisbatterij te installeren. Het type in deze woning is een wandmodel met een vermogen van 3,7 kW en een opslagcapaciteit van 5 kWh. De test is onderdeel van het FLEXINet-consortium.

De ondernemers
Recoy is onderdeel van Heliox en gezamenlijk deel van het Siemens concern. Zij richt zich op het verwaarden van energie-flexibiliteit in bedrijfsprocessen. VITO is een Vlaams onderzoeksinstituut en richt zich op baanbrekende technologische innovaties.

Dit project wordt uitgevoerd met een MOOI-subsidie van de ministeries Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NIEUWSBRIEF